Het rapport ‘Beoordeling van ecologische effecten van garnalenvisserij op bodem en biota’ dat onderzoekers van Wageningen Marine Research en de Waddenacademie hebben geschreven in opdracht van LNV-minister Adema, is een prima basis voor een goed gesprek over de toekomst van de garnalenvisserij. Dat zegt Johan Nooitgedagt, voorzitter Nederlandse Vissersbond en penvoerder van de garnalenvissers die een nieuwe natuurvergunning hebben aangevraagd.

Volgens Nooitgedagt gaat het om “een zeer belangrijk rapport is waar zeer veel waarde aan wordt gehecht”. Het op 29 september verschenen rapport geeft een compleet overzicht van het onderzoek naar effecten van de garnalenvisserij vanuit een brede commissie gevormd door wetenschappers. “De wetenschappers hebben hun werk zeer nauwkeurig gedaan en de garnalensector wil het rapport gebruiken bij de onderbouwing en verdere uitwerking van de eigen visie op een duurzame garnalenvisserij.”

Meer zekerheid voor garnalenvissers

De garnalensector is bereid serieus werk te maken van de transitie naar een duurzame garnalenvisserij om voldoende ruimte en meer zekerheid te krijgen voor haar eigen toekomst. Voorts wil de garnalensector meedenken en meedoen aan het nodige vervolgonderzoek om de kennis ‘up to date’ te houden. Dat is nodig om zekerheid te krijgen over de continuïteit bij het toekennen van vergunningen én om de discussie met natuurorganisaties goed te kunnen voeren. 

Weinig verschil met natuurorganisaties

Het verschil in denken van natuurorganisaties en garnalenvisserij is vaak minder groot dan menigeen denkt: beide zijn van mening dat we de visserij verstandig moeten beheren en dat betekent duurzame stabiliteit en geen onrust en spanning over het voorbestaan van deze visserij. De wetenschappers hebben helderheid verschaft waar iedereen blij mee is. Dit rapport is een prima document op basis waarvan het goede gesprek gevoerd kan worden. 

Nooitgedagt wijst erop dat dit soort onderzoeken nooit 100% zekerheid over effecten zullen geven. Volgens de garnalenvissers bestaat daarom de kans dat minuscule effecten, die niet uitgesloten kunnen worden, straks in de publiciteit worden uitvergroot. Het rapport laat volgens hen overduidelijk zien dat de effecten op de bodem door de lichte en kleinschalige garnalenvisserij daadwerkelijk als ‘minuscuul’ mogen worden gekarakteriseerd. 

Verdere sanering garnalenvloot

De garnalensector heeft nu al zelf voorgesteld aan de Ministers van LNV om 50 garnalenschepen te saneren. Dat is 25% van de huidige Nederlandse vloot en dat geeft een extensivering van de garnalenvisserij. Dit moet de overige 75% van de Nederlandse garnalenvloot meer ruimte geven om duurzamer te kunnen ondernemen. Eerder werd de garnalenvloot op de Waddenzee al gereduceerd van 102 naar 70 garnalenschepen. Dit werd deels ook mogelijk gemaakt door het Waddenfonds.

Minder bodemberoering

Uiteraard kan de garnalensector zelf heel veel doen om effecten zoveel als mogelijk te verminderen. Dat kan door de bodemberoering te verminderen door minder te gaan vissen in slibrijke gebieden ten opzichte van de meer zandige gebieden of juist daar met nog lichtere tuigen te vissen (die tot minder bodemberoering leiden). Daarnaast zal bijvangst zoveel als mogelijk gereduceerd moeten worden door selectiever te vissen. 

Verder kan er verstoring optreden richting verstoringsgevoelige dieren (bijvoorbeeld zwarte zee-eenden, red.). De garnalenvissers opperen om sommige gebieden tijdelijk te vermijden wanneer dit fenomeen zich voordoet. Een bijkomend voordeel is dat de garnalen bij een tijdelijke sluiting verder kunnen groeien, waardoor de zogenoemde groei-overbevissing wordt vermeden. Garnalen moeten immers niet te klein worden gevangen. Volgens Nooitgedagt is dat precies het punt waar de garnalenvissers elkaar nu in de weg zitten.

Kritiek serieus nemen

“De garnalensector kan zelf nog heel veel doen om bij te dragen aan het verminderen van onzekerheid voor de toekomst”, zegt Nooitgedagt tot besluit. “We moeten daarvoor wel naar elkaar willen luisteren en de kritiek en reflectie vanuit de samenleving serieus nemen. Doen we dat niet of onvoldoende, dan komt bij de volgende aanvraag voor een natuurvergunning weer een onzekere periode en verliezen we steeds meer draagvlak om te kunnen blijven ondernemen. Het ondernemen in de garnalenvisserij is ‘vrijheid in gebondenheid’ en dat is een reeds lang vaststaand gegeven voor veel producenten in Nederland.”

Altijd op de hoogte blijven?