Uitstoot van kwalijke stoffen is voor een fors deel afkomstig van de wereldwijde zeevaart. De maritieme sector is zich daarvan bewust en probeert er wat aan te doen. Daarvoor is een ambitieus plan gemaakt onder leiding van het samenwerkingsverband Dutch Ocean Technology Centre (DOTC). Deze brengt partijen in de maritieme keten bij elkaar.
Emissies omlaag
Het samenwerkingsverband is feitelijk van TNO en de TU Delft. Zij brengen de meeste onderzoeksinspanningen bij elkaar. Voor hen is de energietransitie een prioriteit in meerdere sectoren. De druk om schoner te werken, neemt hand over hand toe. De hoeveelheid stikstof, fijnstof en zwavel moet fors omlaag. DOTC stelt als doel om dat binnen een aantal jaren terug te brengen naar 50% van de gemiddelde uitstoot uit het jaar 2008. Ik heb dit statement meerdere malen onderstreept als onderwerp om hoog op de agenda te zetten van het Noordzee Akkoord. Een kans om kottervissers perspectief te geven om als eerste ter wereld vis te vangen zonder schadelijke emissies en mogelijk zonder fossiele brandstof. Ik herhaal: een gemiste kans.
Transitie naar schoner varen
Wat daar allemaal bij komt kijken, is niet zomaar wat. Moet je naar nieuwe motoren of kun je de huidige ombouwen? Dat zal allemaal maatwerk zijn. Verder moet men zich afvragen hoe men de brandstof (energiedrager) aan boord bewaart. En de beschikbaarheid per haven moet men in kaart brengen. Dan heb je nog de regelgeving voor bijvoorbeeld LNG, waterstof of methanol. Het ene goedje kan nog gevaarlijker zijn dan het andere. De opleiding van de scheepswerktuigkundigen is dus ook nog een belangrijke factor die men moet bijschaven. Gas aan boord vraagt extra expertise.
Welke energiedrager het gaat worden?
Dat valt met geen zinnig woord te zeggen. De één gelooft in waterstof en de ander zweert bij LNG en de derde heeft het alleen maar over methanol. Het zou niet verwonderlijk zijn dat er straks een vierde onverwachte verbeteraar komt. Het zijn allemaal kansrijke initiatieven. Wanneer we met de voortgang flink vaart weten te maken, dan is het wellicht mogelijk om als maritieme sector een stevige bijdrage te leveren aan het klimaatakkoord. De visserijsector kan dat ook als een commerciële uitdaging zien.
Zoals gezegd had het Noordzee Akkoord daar een wezenlijke rol in moeten spelen om gezamenlijk in op te trekken. Nee, men koos voor windmolens op zee en laat de scheepsmotoren maar ‘links’ onaangeroerd liggen. Daar is juist een wereld te winnen in het kader van ‘vergroening’.
Wanneer we naar een schonere wereld willen door middel van een Klimaatakkoord, zullen we dat wel allemaal gezamenlijk (dat heet geloof ik ‘burgerparticipatie’) op een realistische wijze moeten doen. Dan moet men weten wat er op de werkvloer leeft…..dat is één van de eerste beginselen die men leert bij ‘veranderingsmanagement’.