Veertig jaar vooruitgang
Kabeljauw-lasagne, vijf haringen, zalm-sashimi, heilbotfilet of zomerse pastasalade… De heerlijkste visaanbiedingen glimmen je tegemoet aan de kraam of in de winkel. Het is nog lastig kiezen uit die rijkgevulde vitrine. De visboer van veertig jaar geleden is met recht een visspecialist geworden.
De visspecialist van vandaag biedt een compleet alfabet aan verse vangst, van ansjovis tot zeebaars. Veertig jaar geleden was de variatie op één hand te tellen. Heel lang was haring de belangrijkste vissoort voor Nederlandse vissers. Die werd gevangen bij de vleet. De vleet? Dat is een serie netten die als een soort gordijn in de zee uitwaaieren. De vissen zwommen erin en bleven tussen de netten vastzitten. De visser trok het net weer aan boord. Met vele handen, want een vol net was echt loodzwaar. Moet je je voorstellen: tegenwoordig zijn grote trawlers vaak weken op zee om haring te vangen en aan boord direct te verwerken en in te vriezen. Niet alleen haring, trouwens. Zo werd ook makreel, blauwe wijting en horsmakreel uit zee gehaald.
Oprichting VNV
In 1982 werd de Vereniging van Nederlandse Visspecialisten (VNV) opgericht. Met deze vereniging gingen alle neuzen in de branche, van Yerseke tot Zoutkamp, dezelfde kant op. Het leverde een volwaardige cao, erkenning van het vakmanschap en een sterk fundament ter promotie op. De visboer ging bijna kopje-onder in de jaren tachtig. Om het negatieve tij te keren en het consumentenvertrouwen te behouden, werd de markt verkend. De lokale ad-hoc verenigingen werden aan tafel genodigd en collectief werden plannen gesmeed om de sector naar een hoger plan te tillen. Er was feitelijk niets geregeld voor de detaillist. Het was dan ook vooral organiseren, reorganiseren en heel veel praten. Geregeld zat men in Den Haag, maar er kwamen ook heel wat ambtenaren van het ministerie over de vloer bij de visspecialist van toen. Vrij snel waren ze overtuigd van het vakmanschap in de sector.
Het gevolg was dat de VNV als landelijke club kon samenwerken met het Nederlands Visbureau en een zetel kreeg in het productschap. Zo konden de leden letterlijk meepraten over de sector en werden bijvoorbeeld haringcampagnes landelijk gecoördineerd. Dat scheelt een detaillist veel geld en gedoe. Ook het koelprotocol kostte veel tijd en energie. Daar zat immers niet iedereen op te wachten. Maar wanneer je gaat voor vakmanschap en kwaliteit, moet je zaken als veiligheid en hygiëne meenemen. Datzelfde geldt voor ter plaatse de haring schoonmaken en vis bakken. Daarmee maken we het verschil als branche.
De klant heeft tegenwoordig veel meer keus. Bij de oprichting van de VNV was er nog geen gefileerde vis en werd er eigenlijk vooral haring, schol en kabeljauw aan moten verkocht. Daarvoor ging men dus iedere ochtend nog om half 7 naar de veiling. De huidige specialisten laten het meeste doen, maar weten gelukkig wel hoe het moet. Daarom maken de meeste visspecialisten hun haringen nog ter plaatse zelf klaar. De klant vraagt er ook om, want die wil het liefst vers, snel en makkelijk. Dat vraagt wel extra service van de specialist. Hij staat ook veel dichter bij de klant dan eerdere generaties. De klant is voor een paar haringen enkele euro’s goedkoper uit bij de supermarkt. Tóch kiest-ie voor de visspecialist. Dat gaat niet vanzelf, daar moeten we als visspecialist én als VNV voor blijven vechten.
Vereniging van Nederlandse Visspecialisten
Secretariaat:
(085) 077 81 40
info@visspecialisten.nl
www.visspecialisten.nl