Snoepen streng afgestraft
Kan uw personeel weerstand bieden aan de verlokkingen die zijn tentoongespreid in de winkel? Hoe verleidelijk is het om die heerlijke leverworst even voor te proeven? Of om producten op te eten als ze er toch al een beetje zweterig uitzien of op de grond zijn gevallen?
Medewerkers zullen zich niet direct realiseren dat dit kan leiden tot ontslag en zelfs tot ontslag op staande voet. In elk geval had de medewerkster van een filiaal van Albert Heijn zich dat eind 2012 niet gerealiseerd. Zij had een half afgebakken broodje, een stuk appeltaart, beide helften van een stokbrood en een appelflap uit de winkel opgegeten. Haar werkgever, die alles op videobanden had staan, ontsloeg haar op staande voet. Voor de zekerheid startte hij ook een voorwaardelijke ontbindingsprocedure bij de kantonrechter in Utrecht. Daarmee kan worden voorkomen dat als de medewerkster bezwaar maakt tegen het ontslag en in rechte doorbetaling van loon vordert, het ontslag op staande voet van tafel gaat en de werkgever met terugwerkende kracht het loon (over een periode van maximaal vijf jaar) alsnog moet betalen.
Volgens de werkgever had de medewerkster de huisregels en de cao overtreden. In de huisregels stond heel duidelijk dat alle vormen van diefstal worden bestraft met ontslag op staande voet, ongeacht de waarde van het gestolen product. Ook stond in de huisregels dat in de winkel gebruik werd gemaakt van camera’s om het personeel te controleren. Bovendien was de medewerkster al een keer eerder gewaarschuwd, voor het eten van kauwgom voordat ze het pakje had afgerekend en voor te laat op haar werk komen.
De medewerkster vond dat haar handelingen niet konden worden gelijkgesteld met ‘diefstal’. Zij voerde aan dat zij de waren slechts had voorgeproefd, dat het stokbrood was gevallen en de appelflap te ‘snotterig’ zou zijn geweest om nog te kunnen worden verkocht. De producten waren daarmee al onverkoopbaar, aldus de medewerkster. De kantonrechter vond het gedrag van de medewerkster veel te ver gaan. Zo was met de camera vastgelegd dat de medewerkster welbewust een stuk appeltaart afsneed en dat opzij legde om later lekker te gaan opeten. Het stuk appeltaart was niet onverkoopbaar en van een noodzaak tot voorproeven was ook geen sprake. De kantonrechter besliste daarom op 1 mei 2013 dat de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden zónder toekenning van een vergoeding. De medewerkster heeft volgens de kantonrechter door haar eigen toedoen een situatie gecreëerd waarin de werkgever het noodzakelijke vertrouwen in haar heeft verloren.
In dit geval was sprake van een duidelijk beleid dat ook afdoende bekend was gemaakt bij het personeel. Ook de consequenties van het laakbare handelen waren bij de medewerkers bekend, evenals het gebruik van camera’s. Bovendien had de werkneemster eerder de regels overtreden en was zij zelfs al één of twee keer gewaarschuwd. In een dergelijk geval kan dus zelfs ontslag op staande voet worden gegeven. Het zal in de praktijk echter steeds van de specifieke situatie en de overige omstandigheden afhankelijk zijn of een dergelijke zware maatregel is gerechtvaardigd. Het personeel doet er in elk geval verstandig aan even toestemming te vragen alvorens de ‘onverkoopbare’ waar op te eten.