‘Zo gewoon is die Noordzee niet’
Duiker/filmmaker Peter van Rodijnen besluipt een prachtige pijlstaartrog op de bodem van de Noordzee,
We zijn al een dik half uur op – en vooral ín – de Noordzee geweest als we met filmmaker Peter van Rodijnen aan boord zijn van het vissersschip Metanoia van Hendrik Kramer (‘ondernemer en wereldverbeteraar’ volgens diens website).
Kramer vist zonder boomkorren, “die de bodem kapot raggen”, zegt de voice-over van Van Rodijnen. Het schip is dieselelektrisch aangedreven en verbruikt een stuk minder gasolie per kilo vis. Als de vissen aan dek zijn, zegt Van Rodijnen: “Toch vind ik dit wel moeilijk om te zien, die dieren die ik van onder water ken. Mijn fotomodellen, mijn filmsterren.”
Dubbel gevoel
Dat dubbele gevoel heeft Van Rodijnen eerder uitgesproken en zal later in De wilde Noordzee nog terugkomen. “Overbevissing lijkt de boosdoener” van het verdwijnen van de zandspiering voor de Schotse kust, waarmee de papegaaiduiker zijn jongen voedt. In vijf jaar tijd zijn er dertig procent minder broedparen van die ongelofelijke vogel, die zwemt als een vis.
Op de transportband van een visser liggen ook kleine rogjes en haaitjes, “bijvangst, afval”. Voor de platvissen – die we voor de camera van Van Rodijnen zien opgroeien van larfjes tot tong 1, waarbij dat ene oog aan de wandel gaat – bestaat maar “één vijand: de mens”.
Later schrikken grote dolfijnen en kleinere vissen op van het gedreun van de bouw van windmolens. Prima natuurlijk, groene stroom, maar de fauna in zee lijdt eronder. Hoewel er later aan de voet van de molens op de stenen misschien weer een interessante broed- en schuilplaats voor de vissen ontstaat.
Geen activistische film
Van Rodijnen en zijn co-regisseur Mark Verkerk ontwijken de “dilemma’s” niet, maar De wilde Noordzee is geen activistische film. Het woord ‘pulsvisserij’ valt niet. Van Rodijnen verdoet geen tijd aan interviews, ook niet met deskundigen van Wageningen Marine Research of Stichting de Noordzee.
Alsof hij niet kan wachten zien we hem weer in het water plonzen, met zijn geavanceerde camera. Om te filmen hoe de larfjes uit de trossen oranje eitjes kruipen; hoe een klein kwalletje, kleiner dan een “confettisnipper”, losschiet van zijn geboortestengel en op reis gaat; hoe makrelen een enorme school vormen; hoe twintig reuzenhaaien met de bek open miljoenen liters zeewater filteren omdat ze hun tien meter lange lijven moeten voeden met plankton.
Blauwvintonijn
En al het zeeleven daartussen, van klein naar groot. Een zeewolf duikt uit zijn hol en grijpt zijn prooi, het is “brokkelsterrenseizoen, all you can eat”. Opwinding: de Noord-Atlantische blauwvintonijn is terug in de Noordzee! Van Rodijnen is erbij als die aan boord gehesen wordt om gemerkt te worden, het jagende monster moet na twee minuten wel weer terug. (Wat zou een Japans restaurant voor dat bakbeest betaald hebben?)
De tienduizenden bioscoopbezoekers en de honderdduizenden die later de serie op tv zullen zien kunnen zich afvragen: waarom is deze film nu pas gemaakt? Niet alleen is de Noordzee, ons grootste natuurgebied, een onderwerp dat filmmakers allang geprikkeld zou moeten hebben, tegenwoordig is het gebruik en beheer van de Noordzee uiterst actueel.
Jongensfascinatie
Dat alleen al maakt De wilde Noordzee een belangrijke film. Wat de film een extraatje voor een invoelend publiek geeft, is de fascinatie en gedrevenheid van Van Rodijnen, die met De wilde Noordzee ook een persoonlijke film heeft gemaakt. Als hij aan dek staat, turend over zee, zien we – althans de oudere kijker – zijn voorbeeld en held Jacques Cousteau terug. Van Rodijnen maakt geen geheim voor zijn bewondering voor deze Franse filmer, uitvinder, duiker, natuurbeschermer en showman, belangrijk voor het ‘divulgationisme’, het naar de gewone man vertalen van wetenschap.
Van Rodijnen en Verkerk zetten met een grappig openingsscènetje – waarin de jonge Peter voor de tv ligt te kijken naar een film van Cousteau, terwijl de rest van het gezin Monopoly speelt – de toon van die vroege jongensfascinatie. Met zijn persoonlijke voice-over, de illustratieve muziek van Sven ‘Hammondorgel’ Figee en de soms suggestieve montage schaart Van Rodijnen zich ook welbewust in de oer-Hollandse traditie van documentairemakers als Bert Haanstra.
De wilde Noordzee was een krachttoer, een monumentale productie. Wel laat de film weer zien dat inspreken en schrijven van voice-overs een onderschat vak is. Van Rodijnen kan echt op zijn beeld vertrouwen, daarin ligt genoeg van zijn persoonlijkheid. En zoals hij zegt: “Zo gewoon is die Noordzee niet”.
Nu in de bioscoop
De film De Wilde Noordzee - Natuur die zich niet laat temmen is nu te zien in een groot aantal Nederlandse bioscopen. Zoek je een bioscoop waar de film draait of wil je één of meer tickets bestellen, kijk dan op de website De Wilde Noordzee.