
De visserij is en blijft een aantrekkelijke sector met goede kansen voor studenten, maar moet zich snel aanpassen aan nieuwe omstandigheden. De Noordzee verandert in rap tempo door menselijke activiteit. Dat vraagt om nieuwe manieren van vissen én ondernemen. Het onderwijs moet hier volop in mee. ‘Blauw Onderwijs’ kan voorop lopen om deze vernieuwing aan te jagen. Dan is er veel mogelijk, is de uitkomst van een breed onderzoek door practoraat Visserij, Innovatie & Ondernemerschap van Firda.
De visserij staat voor vele en grote uitdagingen, stellen Paul Einerhand (Schuttelaar), Pieter Kaptein en practor Geert Hoekstra van Firda in hun rapport. Hierin presenteren zij de ‘vangst’ van tientallen gesprekken met experts én het werkveld, dat voor een flink deel ook direct in de omgeving van de Maritieme Campus op Urk is te vinden. Inzet is een blik vooruit naar wat nodig is om de sector in de komende jaren - richting 2030 - op een nieuwe koers te krijgen.
Toekomst visserij
De zorgen zijn groot, merkte Hoekstra. De vloot kromp de afgelopen jaren sterk door onder meer sterk gestegen kosten voor brandstof, minder ruimte op de Noordzee door aanleg van windparken, strengere regels en ecologische veranderingen waardoor de vangst minder was dan voorheen. De vissers vrezen nog meer beperkingen. “Maar als we tijdig anticiperen en die uitdagingen weten om te buigen naar kansen, kunnen we ervoor zorgen dat de visserij een belangrijke sector blijft.“
De vraag naar goed en gezond voedsel uit de Noordzee bopllijft. Dat vraagt wel om nieuw ondernemerschap, misschien in combinatie met aquacultuur en ook andere dienstverlening op zee. Vissers zijn hier immers thuis als beroepsprofessionals, die uitstekend maritieme diensten kunnen leveren in wat er allemaal op de Noordzee gebeurt aan energiewinning in windparken, scheepvaart, kustbewaking en natuurbeheer. Dat laatste is meteen goed voor de visstand. Met informatie uit dagelijkse waarnemingen zijn die visstanden beter op een gezond peil te houden in een schone zee.
Nieuwsbrief
Geen nieuws meer missen van Vismagazine? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en ontvang elke week het laatste nieuws in je mailbox.
Ook dierenwelzijn moet zwaarder wegen om de sector in lijn te krijgen met wat de samenleving – en overheid - verwacht. In de visserij zit veel wantrouwen, merkt Hoekstra. “Veel regels komen voort uit het idee dat vissers voortdurend grenzen opzoeken en er het liefst overheen gaan, om zoveel mogelijk vis op te halen. En zeker, de ecologische kant verdient meer aandacht. Maar bij vissers zie je veel wantrouwen naar de overheid, met name de EU, die volgens hen klap na klap uitdeelt door steeds nieuwe beperkingen. We moeten zoeken naar een gezonde balans in plaats van stapelen, waardoor ook innoveren als visser haast onmogelijk wordt.“
Rol onderwijs
Dit alles vraagt om een grote transitie. En hierin kan het onderwijs een belangrijke rol spelen, puttend uit een rijke geschiedenis in de maritieme sector. Maar, zo stellen de auteurs: “Nu blijven jonge vissers vaak in hun vertrouwde patronen en community van gelijkgestemden.“
Iedereen met een kritische houding wordt gauw als negatief gezien en vice versa.’ Doordat vissers hun verhaal weinig kunnen delen, blijft hun kant vaak onderbelicht. Dat kan veranderen door jonge vissers in het maritiem onderwijs een bredere blik mee te geven met aandacht voor persoonlijke vorming. Dat is ook een belangrijk doel binnen Firda.
Vernieuwing vraagt om nauwe samenwerking met de praktijk, om bevlogen rolmodellen die laten zien hoe ’t ook kan en om aandacht voor talen nu de visserij en de visverwerking steeds internationaler worden. Het onderwijs moet zoeken naar een goede balans tussen klassikaal en coachend onderwijs, waarin studenten meer worden uitgedaagd om zelf op onderzoek te gaan. Omdat het aantal studenten krimpt, heeft Firda al gekozen voor een bredere basisopleiding, waarna je vervolgens naast visserij ook kunt kiezen voor koopvaardij of waterbouw. In de hoop, vanzelfsprekend, dat veel jongeren blijven kiezen voor een beroep dat nooit saai wordt: als visser.
Voedsel van dichtbij
Nederland kan weer uitgroeien tot een koploper in nieuwe vistechnieken, als professionals. en het onderwijs en overheden elkaar weten te inspireren. Hoekstra: “Zonder vissers geen vis. We willen graag gezond voedsel van dichtbij, liefst uit onze eigen Noordzee. Maar inmiddels importeert de EU al meer dan twee-derde van de visproducten uit andere delen van de wereld. Dat is jammer, want je zou willen dat elk visje op ons bord komt uit zo'n goed en streng beheerde zee als de Noordzee.“
Of, zoals een van de geïnterviewden zei: “We hebben innovatievermogen, ruimte en vertrouwen nodig. Kijk als jonge visser niet naar de traditie, maar wees ondernemend.“ Dan zit er in de visserij nog een goede toekomst.