Nederland blokkeert EU-voorstel dat visserij beter wil controleren

3 mei 2023 Bart van Olphen Irene Kranendonk Fish Tales

Andere landen in de EU vinden dat je moet traceren hóe vis gevangen wordt. Daar is alle reden toe, betogen maritiem bioloog en visserijdeskundige Irene Kranendonk en Bart van Olphen, expert duurzame vis en oprichter van Fish Tales, in dagblad Trouw.

Gaan we de traceerbaarheid van visproducten verbeteren? Of laten we de deur openstaan voor niet-duurzame vangst, schendingen van mensenrechten en illegale visserij? In de Europese Unie wordt daarover eind deze maand een belangrijk besluit genomen.

Bijna alle landen willen de huidige regels aanscherpen. Maar Nederland ligt dwars. Onbegrijpelijk, omdat de voorgestelde regels voor traceerbaarheid ons dichter bij het verduurzamen van de wereldwijde visserijsector brengt. Nederland kan laten zien dat het hiervoor verantwoordelijkheid neemt.

Er spelen wereldwijd veel problemen in de visserijsector. Overbevissing, bijvangst van beschermde soorten, mensenrechtenschendingen aan boord en illegale vangsten. Visproducten die onder zulke omstandigheden zijn geproduceerd, kunnen ook in Nederlandse supermarkten liggen, want hoe de vis is gevangen, is nu niet traceerbaar.

Van boot tot bord

Traceerbaarheid betekent visproducten kunnen volgen door de gehele keten, van boot tot bord. Vaak gaat het om basale informatie, zoals het gebied waar de vis gevangen is, met welke methode dit is gedaan en om welke soort het gaat. Het doorgeven van deze informatie in elke stap van de keten is nog niet verplicht voor verwerkte visproducten.

2 mei is Wereld Tonijn Dag, en die dag is er niet voor niets. Rapporten van onder andere Human Rights at Sea, Environmental Justice Foundation en Greenpeace onthullen illegale vispraktijken en schendingen van mensenrechten, zoals gedwongen arbeid en mishandeling, aan boord van ’s werelds grootste ­tonijnvisserijen. Ook maken sommige van deze bedrijven zich schuldig aan overbevissing en hoge aantallen bijvangst van beschermde soorten.

Om te achterhalen of aan een visproduct, zoals tonijn uit blik, zulke problemen kleven, heb je als vishandelaar, consument of retailer, jawel, informatie nodig. En betere informatievoorziening is wat Nederland nu tegenhoudt. Niet alleen voor de Nederlandse markt, maar voor de hele EU en daarbij voor een aanzienlijk deel van de wereldwijde visvangst.

Den Haag vindt het te veel werk

Minister Adema en zijn departement zien de toegevoegde waarde van traceerbaarheid kennelijk niet in. Eén genoemde reden daarbij is dat informatie op zichzelf geen directe oplossing biedt voor de genoemde problemen. Dat klopt: informatie op een blik gaat mishandeling aan boord van een schip niet tegen. Maar deze informatie is wel de sleutel om te voorkomen dat bepaalde producten op de Europese markt terechtkomen. En informatie helpt consumenten wél om een goede keuze te maken. Het is simpelweg teleurstellend dat het ministerie dit niet lijkt te snappen.

Daarnaast werpt Den Haag tegen dat het invoeren en controleren van de regelgeving te veel werk zou kosten. Onbegrijpelijk, omdat juist Nederland, als belangrijke toegangspoort, een grote positieve invloed kan hebben op het naleven van traceerbaarheidsregels. Zo kunnen visproducten die onder ongewenste omstandigheden zijn gevangen, worden tegengehouden.

Zonder verplichte traceerbaarheid van verwerkte visproducten blijft Europa de deur openhouden voor vis afkomstig van niet-duurzame, illegale en mensenrechten schendende visserij. Consumenten, vishandelaren en retailers kunnen dan onmogelijk weten of een product op een duurzame en verantwoorde manier is geproduceerd. Het is hoog tijd dat daar een einde aan komt. Om te beginnen zouden minister Adema en zijn ministerie met de voorgestelde EU-regelgeving moeten instemmen.

 

Altijd op de hoogte blijven?