Vissers, belangenbehartigers, ngo-vertegenwoordigers en ambtenaren kwamen op 24 maart bijeen tijdens de nationale kennisdag visserij in Rotterdam. In de fraaie collegezaal van STC stond het toekomstperspectief voor de visserij centraal.
Kustvisser Koos de Visser, EU visserij-attaché bij LNV Carian Posthumus-Meijjes en adviseur Martin Scholten spraken tijdens een plenaire sessie met Tim Haasnoot (Pro Sea) over voedselzekerheid in een veranderende zee. Garnalenvisser De Visser kreeg alle ruimte om in nuchtere bewoordingen te vertellen hoe hij de grote veranderingen op zee ervaart en wat die betekenen voor de visserij. Volgens De Visser hebben windparken en gesloten gebieden in Natura 2000-zones grote invloed. “Wij werken in en met de natuur en bewegen met de natuur mee. Vissers gaan waar de vis en de garnalen gaan.We volgen de trekroutes en moeten dus alle oorspronkelijke visgebieden kunnen bereiken voor een goede vangst.”
Dat kan al lang niet meer, schetste De Visser de situatie op zee. Niet alleen de bestaande en toekomstige beschermde zeereservaten in Natura 2000 liggen volgens hem in de weg. “In Europa klinkt ook een steeds luidere roep om een stop op bodemberoerende visserij. Als het zover komt, kunnen wij geen garnalen meer vissen. Dan ligt alles stil, terwijl wij op zee één van de oudste gebruikers zijn.”
De Europese zorg over bodemberoering vindt De Visser overdreven. Onze garnalenklossen rollen over de bodem, daarmee schrikken wij de garnalen op. Dat kan misschien nog wel ietsje lichter, maar zonder bodemberoering gaat het niet. Als wij echt zo slecht zouden zijn, dan was er allang geen zeeleven meer geweest. Wij worden nu telkens om uiteenlopende redenen opzijgeschoven. Straks is er geen visgebied meer over. Daarom vragen wij aan Europa en aan onze regering zekerheid. Geef ons visgebied waar we met zekerheid kunnen blijven vissen. Geef ons bestaansrecht. Dat is ook nodig voor de jonge vissers die nu nog op school zitten.”
Eigen visruimte claimen
Strategisch adviseur Martin Scholten was het eens met De Visser. “Het wordt tijd dat vissers hun eigen ruimte gaan claimen waar visserij de hoofdactiviteit is.” Afgaand op de woorden van EU visserij-beleidsmedewerker Carian Posthumus-Meijjes is zo’n verzoek vooraf geen verloren zaak. Zij gaf aan dat er in Europa aantoonbaar waardering is voor de prestaties van vissers wat betreft voedselproductie en voedselzekerheid.
Tijdens deelsessies werd in kleinere groepen nader ingegaan op perspectief in de voedselvoorziening uit zee en passieve visserij in windparken. Vissen met staande netten, handlijnen en kreeftenkorven (passieve visserij) is vissers altijd voorgehouden als compensatie voor het verlies aan visgronden, maar verder dan wat onderzoek is het op dit vlak niet gekomen. Daar komt verandering in. Negen vissers starten deze maand met praktijkonderzoek in windpark Borssele. In windpark Amalia volgt komende zomer een extra proefvisserij.
Noordzeevisser Dirk Kraak zag gedurende de dag duidelijk lichtpuntjes voorbijkomen. “Exclusieve visserijgebieden en een convenant van tien jaar met ngo’s zijn ideeën waar we als vissers op kunnen voortborduren.” Wel is volgens Kraak behoefte aan meer duidelijkheid van de overheid. “Het tij moet snel keren, voordat de schrootberg bij de scheepssloper in Kampen zo hoog wordt als de Eiffeltoren.”