De Zeeuwse oestersector heeft bij de kweek van beide natuurproducten te maken met grote uitdagingen voor het in stand houden van de natuurlijke populatie. In de hatchery van Roem van Yerseke, uniek in Nederland, wordt oesterbroed opgekweekt van bevruchte eicel tot een mini-oestertje van drie maanden, dat verder ‘buiten’ in twee tot drie jaar moet opgroeien tot consumptie-oester. Behalve kweek wordt er ook onderzoek gedaan, bijvoorbeeld naar resistentie. Daarnaast worden in de Oosterschelde met groeiend succes oesters gekweekt in hangende mandjes en op tafels. Zo kunnen oesterkwekers het hoofd bieden aan de zogenoemde ‘oesterboorder’, de op de bodem levende, natuurlijke vijand van de oester.
In het broedhuis in Yerseke worden onder gecontroleerde omstandigheden jonge oesters (broedjes) gekweekt. Een oester produceert wel 50 miljoen eitjes. Toch groeit in de wilde natuur slechts 0,01 promille uit tot een volwassen oester. “Het heeft jaren gekost, maar wij weten nu goede resultaten te boeken in het opgroeien van larfjes tot baby-oesters of broedjes”, aldus Nienke Bakker van Roem van Yerseke. De juiste voeding van verschillende levende algen, opwaartse stroming in de bassins en selectie zijn van doorslaggevend belang om tot de goede groei en vorm van de oester te komen.
Zorgen om Grevelingenmeer
De hatchery is een deel van de oplossing om het voortbestaan van de exclusieve platte oester-populatie in Zeeland veilig te stellen. “Ons belangrijkste productieareaal voor de Zeeuwse platte oester ligt in het Grevelingenmeer”, vertelt Kees van Beveren, voorzitter van de Nederlandse oestervereniging. “De water- en bodemkwaliteit zijn de afgelopen jaren sterk achteruitgegaan waardoor het kweken van oesters daar een bijna onmogelijke zaak is geworden.”
Van Beveren heeft veel kritiek op de waterbeheerders, die de ‘instandhoudingsdoelstellingen’ niet kunnen realiseren. “Een doorlaat in de Brouwersdam is nodig om die wel te halen. De politieke wil ontbreekt om daar geld voor uit te trekken. De sector is nog steeds in afwachting van het Beleidsbesluit Schelpdieren. Mogelijk biedt dat Besluit mogelijkheden ter compensatie voor de zo getroffen oesterkwekers op het Grevelingenmeer.”
Platte oesters en creuses
In Nederland worden twee soorten oesters gekweekt: platte Zeeuwse oesters en holle Zeeuwse oesters, ook wel creuses genaamd (dat Franse woord betekent ‘hol’). De productiegebieden liggen allemaal in Zeeland; in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. De productie van de meer exclusieve platte oesters bedraagt anderhalf tot twee miljoen stuks, de productie van de toegankelijkere creuses of holle oesters ligt tussen de vijftien en twintig miljoen stuks. Er zijn 29 Nederlandse oesterkwekers, die allemaal lid zijn van de Nederlandse oestervereniging.
Hangende mandjes en tafels
Anders dan in het Grevelingenmeer zijn in de Oosterschelde geen zorgen over de waterkwaliteit. Daar gaat de kweek goed. Er wordt zelfs een toename van de platte Zeeuwse oester waargenomen. Op de Oosterschelde experimenteren de Zeeuwse oesterkwekers met de kweek van creuses en platte oesters in hangende mandjes en op tafels (de zogeheten off-bottom methode red.) om bedreigingen van de oesterboorder het hoofd te bieden. Het is nog zoeken naar de meest geschikte locaties, maar op verschillende oesterpercelen worden hier al goede resultaten mee gehaald. Voor een deel komt het broed hiervoor uit het schelpdierenbroedhuis in Yerseke.
België grootste afzetmarkt
Zeeuwse oesters worden in Nederland steeds populairder, al blijft België de belangrijkste afzetmarkt. Dat was ook duidelijk te zien tijdens de opening van het oesterseizoen, waar verschillende Belgische media op afkwamen. Nadat de eerste oesters waren opgevist werden ze aan boord van de YE 100 uitgeserveerd. Aan de wal kregen de genodigden oesterbereidingen van chefs Thijs Meliefste (van Michelin sterrenrestaurant Meliefste in Wolphaartsdijk) en Laurent Law (van Amuzee in Zeebrugge) te proeven.
Tijdens de lunch werd een cheque overhandigd aan ‘Stichting De Bende van het Strand’. Met vrijwilligers houdt deze stichting de kustlijn van Schouwen-Duiveland, Noord-Beveland, Grevelingenmeer en Oosterschelde het hele jaar schoon. Volgens Van Beveren profiteert ook de oestersector van hun werk. “We zijn ons bewust van het belang van een schone zee. Daarnaast spoelen er soms wel eens materialen aan na een storm en daarom willen we het werk van de Bende van het Strand ondersteunen.”
In het broedhuis van Roem van Yerseke worden ook technieken toegepast om broedjes van creuses te ontwikkelen die zichzelf niet voortplanten. Door te spelen met de watertemperatuur steken de oesters alle energie in de groei en niet in de voortplanting. De gewone oester ‘melkt’ in de zomer om zich voort te planten, een zomeroester doet dat niet. Sinds dit jaar worden er zomeroesters gekweekt met broed van Nederlandse oesters.