Overijsselse vissers lanceren streekmerk Wiedenvis

23 september 2020 Michel Verschoor
“De visdetailhandel kan profiteren van de meerwaarde van Vis-met-een-Verhaal’, vinden Albert Jan Maat (NetViswerk, rechts) en palingvisser/rietteler Stefan Lok (foto: Michel Verschoor).

De beroepsbinnenvisserij en kleine kustvisserij doen veel meer dan de handel voorzien van wildgevangen paling, snoekbaars, kreeft en zeebaars. Volgens Albert Jan Maat, voorzitter van beroepsorganisatie NetViswerk, is er werk aan de winkel om de binnen- en kustvisserij te behouden. “Vissers moeten hun verhaal beter vertellen en de keten mag best wat meer betrokkenheid tonen.” Daarom is er een streekeigen keurmerk op komst: Wiedenvis.

We treffen Albert Jan Maat in Belt-Schutsloot in het waterrijke Overijsselse Wieden-Werribben. De oud CDA-Europarlementariër en huidig voorzitter van NetViswerk ontvangt Vismagazine op het bedrijf van rietteler en palingvisser Stefan Lok. Want voor een verhaal over vis en visserij (en een heuse primeur) moeten we toch echt eerst even het water op en dat kan nog net, zo vlak voor de gesloten vistijd van 1 september tot 1 december. Dus gaat het voor een korte fotosessie in een karakteristieke punter via smalle sloten met wuivend riet naar een van de wateren waar de fuiken staan.

Daar vertelt visser Lok dat de fuikenvisserij hier al sinds mensenheugenis onderdeel is van de lokale economie. “In 2019 bestond de lokale visserijvereniging honderd jaar en zelfs daarvoor waren vissers al verenigd in kleiner verband.” Hun aantal is echter danig gedecimeerd. Waren er begin twintigste eeuw nog rond de driehonderd beroepsvissers in deze streek, nu zijn er nog drie actieve beroepsvissers over. Die teruggang is ook landelijk te zien.

Als binnenvissers niet beter op hun zaak passen, verdwijnen straks ook de laatste visserijbedrijfjes van het water. Om dat te voorkomen, is zo’n vijf jaar terug beroepsorganisatie NetViswerk opgezet. “Eerste horde was om weer als volwaardig gesprekspartner in Den Haag en in de provincies aan tafel te komen”, zegt Maat na de korte rondvaart bij de koffie in het kantoortje van Lok.

Maat: “De club telt zo’n 100 leden en circa tachtig procent van de binnenvissers is bij ons aangesloten. Alleen de IJsselmeervissers kregen we niet aan boord. Inmiddels zijn we gesprekspartner bij het Ministerie van LNV, praten we mee over de toekomst van de Waddenzee- en Noordzeevisserij, is er een goede samenwerking met VisNed en de Nederlandse Vissersbond en zijn er initiatieven gestart om ook in Europa als kleinschalige binnenvissers en kustvissers beter gehoord te worden. Voor paling en zeebaars is NetViswerk al een aanspreekpunt.”

(Artikel gaat verder onder de foto)

Wiedenvis_foto Michel Verschoor_2

Foto: Michel Verschoor

Welke uitdagingen zijn er voor de binnenvisserij?
Maat: “Die zijn talrijk. Vorig jaar was er nog sprake van een terugval in de palingprijs als gevolg van een veel te hoge aanvoer van IJsselmeervissers, die de kleinschaliger binnenvissers benadeelde. Dan is er de aanhoudende oppositie tegen de palingvisserij van milieuclubs als Good Fish Foundation (GFF). Let wel, in een tijd dat het aantoonbaar beter gaat met de palingstand en Nederland voorop loopt bij aalherstel. Op het dossier van de rivierkreeftvisserij werken we nu uitstekend samen met GFF die dat stimuleert met mooie publicaties en andere initiatieven. Maar het in Nederland succesvolle palingbeheer werkt de club nog steeds tegen. Toen de Postcode Loterij twee miljoen euro op de rekening van GFF stortte, zijn we gaan praten. Gebruik nu eens een miljoen om de vismigratie beter op orde te brengen, zodat glasaal makkelijker Nederland binnen kan komen. Of draag bij aan de uitzet van glasaal of het project Paling over de Dijk van DUPAN. Nog Niet gelukt. Dan kun je zeggen dat is nogal irritant, maar het is wel een gegeven in de wereld waarin wij werken. Het zou goed zijn als de overheid tegen deze organisatie zou zeggen: ‘Wacht even; Nederland loopt voorop bij palingherstel, dus laten we stoppen met het organiseren van eigen weerstand via ngo’s en hun fondsorganisaties’.”

Wat speelt er lokaal in De Wieden?
Lok: “Natuurmonumenten, eigenaar en beheerder van deelgebieden in de Wieden, is ons liever kwijt dan rijk. Terwijl die organisatie er prat op gaat zich in te zetten voor behoud van cultuurhistorie. Aan het einde van de looptijd van iedere zesjarige huurovereenkomst probeert Natuurmonumenten de huuroveneenkomst op te zeggen. Natuurmonumenten kocht hier pas in 1963 de eerste natuurgronden. Wij maken al zeker 150 jaar deel uit van het landschap, maken ons als enige beroepsgroep hard voor palingherstel en beheren de visstand. Bij de laatste schermutseling moest Natuurmonumenten opnieuw bakzeil halen. Zowel de rechter, de Kamer voor de Binnenvisserij en de Raad van State oordeelden dat wat sinds 1960 probleemloos gaat, niet zomaar kan worden opgezegd. Wij vissen bovendien de pot niet leeg, maar vissen naar draagkracht van het water en zetten al sinds 1919 glasaal en pootaal uit.”

Bestaan de binnenvisserij en de kleine kustvisserij over 50 jaar nog?
Maat: “Jazeker! Deze visserij heeft absoluut een vaste plek in de Nederlandse samenleving. Maar wij moeten wel aan de slag. Zo moeten vissers, die het liefst op het water zijn en in alle rust hun ding doen, hun verhaal beter en vaker vertellen en mag de visketen best wat meer betrokkenheid tonen. Daarom werken we als organisatie met onze leden in toenemende mate aan vis met een verhaal. Waarbij vissers op de voorgrond treden. Het verhaal in de Wieden is cultuurhistorisch van aard. Daarvoor hebben we recent drie groepen bij elkaar hebben gebracht, de vissers, de riettelers en de punterbouwers die ernaar streven vaker met elkaar op te trekken. We gaan laten zien dat ze onmisbaar zijn voor de lokale economie, recreatie en het landschap. Zo zijn de vissers hier, ook rietteler. Beide activiteiten zorgen samen voor voldoende inkomsten. Met z’n allen zorgen we ervoor dat deze streek toeristen iets te bieden heeft.”

Jullie werken aan een streekeigen keurmerk; Wiedenvis?
Lok: “Daarvoor is steun van provincie, gemeenten en het waterschap. Voor het overkoepelende initiatief met andere duurzame, ambachtelijke ondernemers, waar Wiedenvis onderdeel van is, is een startsubsidie toegekend. Er komt een logo, een website waar mensen online duurzame streekvis zoals paling en snoekbaars en op termijn ook rivierkreeft kunnen bestellen, de lokale horeca wordt geïnformeerd en we zoeken samenwerking met restauranteigenaren. Sterrenkok Martin Kruithof heeft zijn medewerking als ambassadeur al toegezegd. Op termijn proberen we ook de regionale vishandel bij ons initiatief te betrekken.”

(Artikel gaat verder onder de foto)

Wiedenvis_foto Michel Verschoor_3

Foto: Michel Verschoor

Hoe kansrijk is dit keurmerk?
Lok: “Belt Schutsloot heeft 500 inwoners, maar in het seizoen zijn hier 25.000 bezoekers.”
Maat: “We gaan rustig van start. Als de merknaam eenmaal staat, is samenwerking met de handel en visdetaillisten zeer welkom. Een betere samenwerking en wat meer betrokkenheid van de keten is in heel Nederland noodzaak. Wat dit betreft hebben we het tij mee. Minister Carola Schouten zet in op kleinschalige, lokale, duurzame productie en consumptie. Beroepsvissers dragen actief bij aan het behoud van een gezonde visstand en aan het herstel van de aalstand en spelen van oudsher al een onderscheidende rol in de regionale voedselketen. Ook de visdetailhandel kan profiteren van de meerwaarde van Vis-met-een-Verhaal.”

Hoe zit het met de gesloten tijd voor de binnenvisserij tijdens de aaltrek van 1 september tot 1 december?
Lok: “Belangrijke voorwaarde voor het slagen van Wiedenvis is dan ook een jaarrond gegarandeerde aanvoer. Nu is dat wegens wet- en regelgeving onmogelijk. Zo geldt ook in de Wieden de gesloten vangsttijd. In Friesland geldt al enige tijd een uitzondering op proef met zogeheten decentraal aalbeheer, waarbij binnenvissers op quota het hele jaar mogen vissen. Dat zou ook prima passen bij de Wieden.”

Altijd op de hoogte blijven?