De bestanden vis en schaal- en schelpdieren in de ons omringende wateren staan er goed voor. Vissers zijn bereid om mee te werken aan verduurzaming. De Noord-Europese visserij is als bulkleverancier een voorbeeld voor de rest van de wereld. Maar de roep om meer duurzaamheid klinkt.
Vissers zijn er nog altijd moedeloos van. Komen ze na jaren research en investeren met een veelgeprezen duurzame techniek die selectiever vist, beter is voor de zeebodem en die circa 45 procent brandstof per visreis bespaart, wordt hun pulsvisserij om politieke redenen verboden. In een Europese Unie, waar politici het hebben over de noodzaak van de Green Deal.
Of de vloot direct maar even wil doorstarten. Er zijn vast andere kansrijke technische hoogstandjes denkbaar. Die moeten dan wel voor 2030 in bedrijf zijn. Tegen die tijd geldt er waarschijnlijk een Europees verbod op sleepnetvisserij, wegens ‘ongewenste bodemberoering.’ Een aanname die vissers en kritische wetenschappers in twijfel trekken. “Het is juist stormkracht negen en tien die de Noordzeebodem jaarlijks volledig omwoelen,” luidt het verweer in visserskringen. En: In een visgebied zonder beroering, leven op termijn alleen nog zeesterren.” Vissers wijzen daarbij steevast naar de zogeheten Scholbox. In deze visserijvrije zone voor de Nederlandse kust blijkt na onderzoek nog nauwelijks consumptievis voor te komen.
Marine Protected Area’s
Nederlandse en Belgische kottereigenaren vissen intussen met de moed der wanhoop richting 2030. Ngo’s en progressieve politici eisen allereerst een bodemvisserijverbod in oude en in nieuwe zeereservaten, ook wel Marine Protected Area’s, MPA’s – rond of kort na ‘de deadline’ moet dat verbod ook gaan gelden in overige visgebieden.
Voor idealistische klimaat- en biodiversiteitsambities staan kotterbedrijven nu onder zware druk en met de rug tegen de muur. Want brandstofprijzen stijgen en dekken nog nauwelijks de vangstopbrengsten. De toekomst wordt nog ongewisser omdat overheden stikstofmaatregelen aankondigden, Europese brandstofvoordelen mogelijk verdwijnen en de vis door lichte temperatuurstijging van het zeewater ‘de noord’ intrekt.
Vissers bereiden zich voor op langere visreizen, verder van huis. Ook omdat de Noordzee vol komt te staan met circa 100.000 windmolens in windparken ter grootte van de provincie Utrecht. Talloze historische visgronden worden ook nog eens gesloten en omgeturnd in visservrije zone; ‘natuurcompensatie’ afgedwongen door ngo’s.
Op omvallen
Met de Noordzee-visbestanden ging het de afgelopen jaren redelijk goed (Foto: Pedro Rappé).
De laatste maanden gaat het ene na het andere vissersschip ‘tegen de kant’. Rond de feestdagen waren dat bijvoorbeeld de TX-29 van de Texelse familie Drijver en de UK 33 van de Urker familie De Boer. Hun kotters zijn op leeftijd en toe aan revisie, maar dat gaat dermate in de papieren lopen, dat de eigenaren een pas op de plaats maken. Het is in de visserijsector een publiek geheim dat meer bedrijven ‘op omvallen staan’.
Het goede nieuws? Er lopen al enkele jaren nieuwe hypermoderne Nederlandse en Belgische kotters van stapel. België spande vorig jaar de kroon, met liefst zes nieuwbouwers, maar ook onder Nederlandse vlag gingen de afgelopen jaren al zeker een dozijn nieuwe kotters te water, waaronder de MDV 1 en 2, de UK 225, de WR-289 en de SCH-43.
Alternatieve brandstoffen
Nieuwe kotters blinken vrijwel allemaal uit in noviteiten die tegemoet komen aan de maatschappelijke wens dat vissen duurzamer kan. Slimme ontwerpen van onder meer de scheepsromp, minder vermogen en aangepaste vistechnieken dragen bij aan een lager brandstofverbruik en minder uitstoot. “Ook wordt volop onderzoek gedaan en geëxperimenteerd met alternatieve brandstoffen”, aldus Vistikhetmaar.nl.
Kansrijk volgens dit kennisplatform zijn onder andere LNG, methanol, waterstof en varen op een combinatie van diesel en elektriciteit, op basis van dieselelektrische voortstuwing. Die laatste techniek wordt al toegepast in nieuwbouwers. Voorts is er voor de bemanning meer comfort aan boord, wat prettig is als er verder en langer gevist gaat worden, en zijn er aanpassingen gedaan die de veiligheid verbeteren.
Uitermate boeiend en veelbelovend is het onderzoek van Weforsea Shipping dat de testkotter Z 300 monitort aan de hand van talloze sensoren die een continue stroom data versturen naar het testcentrum op Urk. Analyse van deze BigData moet leiden tot ‘Smart Fishing’.
Slimmer en beter
Nieuwe kotters blinken vrijwel allemaal uit in noviteiten die inspelen op duurzaamheid (Foto: Pedro Rappé).
Hoe ziet directeur van de Nederlandse Visserbond Johan Nooitgedacht in dit licht de toekomst van de Nederlandse visserij? “Ik heb geen glazen bol. Ik verwacht voorlopig géén grote technische sprongen voorwaarts. Wel verwacht ik dat we de huidige visserij slimmer en beter gaan organiseren door meer samen te werken. De selectiviteit kan technisch fors worden verbeterd, maar dat moet je wel met z’n allen willen. Op het gebied van de voortstuwingstechnieken en de energiedragers zal de visserijsector het niet uitvinden, maar volgen wij de grotere financiële krachten in andere sectoren. Brandstof is en blijft de achilleshiel van de visserijsector, waarbij ik voor de komende tijd vrees dat we ook nog eens een tekort aan vissers (opvarenden) zullen hebben. Zonder bemanning géén vangst. Het mag duidelijk zijn dat er door verschillende factoren nieuwe evenwichten ontstaan tussen vangsten, visserijmethoden en vangstbestekken. Investeringen zullen voorlopig mondjesmaat zijn. We zullen eerst moeten zien in welke hoek de klappen vallen.”
Nationale quota
Met de Noordzeevisbestanden ging het de afgelopen jaren redelijk goed. Moeizame onderhandelingen op Europees niveau zorgen jaarlijks voor nationale quota die er min of meer op neer komen dat vissers verantwoord met de rem erop slechts ‘de rente’ van diverse visbestanden opvissen. Leidend bij de totstandkoming van de zogeheten maximale duurzame oogst (Maximum Sustainable Yield MSY) is jaarlijks visserijonderzoek waarop de International Council for the Exploration of the Seas (ICES) gematigde visserijadviezen baseert. Dankzij dit jaarlijkse controlemechanisme is overbevissing in de Noordzee goeddeels teruggebracht. Al uiten onderzoeksorganisaties Wageningen University & Research jaarlijks wel ‘zorgen’ over enkele soorten. In 2020 lagen die zorgen bij kabeljauw, zeebaars en tong.
Naast visserij worden natuurlijke oorzaken aangevoerd zoals verandering van de zeewatertempratuur die plaatselijk visbestanden kan beïnvloeden. Vissers maken zich intussen ernstig zorgen over de invloed van de bouw en exploitatie van duizenden windmolens op zee en wijzen op elektromagnetische velden en continue sedimentverplaatsing (tij) rond windmolenfundaties die de vispaai negatief zouden kunnen beïnvloeden.
Overbevissing
Meer samenwerking tussen vissers biedt perspectief (Foto: Pedro Rappé).
Tijdens de laatste Bewuste Visweek eind september 2021 meldde MSC Benelux bij monde van Hidde van Kersen dat “Het aandeel duurzame vis gestaag stijgt, maar overbevissing ook.” Inmiddels is dat aandeel gestegen tot 35 procent. Het is opmerkelijk dat zulke cijfers zelden tot nooit nader worden toegelicht. Want welk werelddeel is dan verantwoordelijk voor die stijging, en om welke vissoorten gaat het?
Hoewel onze Noordzeevisserij wereldwijd koploper is in duurzame visserij, zijn ngo’s en duurzame vislabelorganisaties nog allerminst tevreden. Begin 2022 is er opnieuw ophef over het aan boord onverdoofd strippen van vis, vraagstukken rond bijvangst en de ‘aanlandplicht’ spelen weer op, de roep om camera’s aan boord wordt luider en media gaan ngo’s vrijwel zeker ruim baan geven om bodemvisserijverboden kracht bij te zetten.
Ray Hilborn
De internationaal vermaarde marien bioloog en visserijwetenschapper Ray Hilborn blijft intussen wel optimistisch. In een recente publicatie op online platform Food Unfolded zegt de hoogleraar water- en visserijwetenschappen aan de Universiteit van Washington: “Bij goed beheer kan visserij in stand worden gehouden.” En is dat niet precies wat we in Noord-Europese wateren al tot stand hebben gebracht?
De volgende stap naar duurzamer vissen moet vooral haalbaar, betaalbaar en rendabel zijn en ook niet voortijdig worden afgebroken, zoals de pulsvisserij. Of zoals Pim Visser, scheidend directeur van VisNed het in Visserijnieuws verwoordde: “De toekomst van de visserij staat of valt met de economische levensvatbaarheid en de maatschappelijke acceptatie. Zonder verdienmodel is er geen toekomst voor de visserij op langere termijn.” Nooitgedagt van de Nederlandse Visserbond voegt toe: “Voor veel vissers is ondernemen nu ‘overleven’ en ‘proberen het bedrijf overeind’ te houden. Er leven terecht grote zorgen.”