Nieuwe trend in verpakking voedingsmiddelen

28 maart 2023 Erik Kruisselbrink
De retail vraagt steeds meer om recycle­bare verpakkingen onder druk van de consument, dus alle kansen voor monoplastic. 

De circulaire economie schrijdt voort. Een van de stappen daarin is de ontwikkeling van barrièreverpakkingen voor voedingsmiddelen, gemaakt van monokunststoffen in plaats van laminaten van verschillende kunststoffen. 

Foto's: Opackgroep

Verpakkingen die uit één soort plastic bestaan, zijn op het moment de enige die eenvoudig gerecycled kunnen worden. En mogen zich dus in het huidige streven naar een verdere circulariteit verheugen in groeiende populariteit. Folieproducent Opackgroup heeft er recent in haar vestiging in Giessen twee nieuwe productielijnen voor in gebruik genomen. Totale investering: 20 miljoen euro.

Opackgroup is sinds 1 december de nieuwe naam van Oerlemans Packaging Group en is met zeven dochterondernemingen en tien productielocaties een van de grootste plasticfolieproducenten voor voedingsmiddelen in Nederland. Dé trend op het gebied van dit soort verpakkingen is volgens Gert-Jan van Baardwijk, algemeen directeur van dochterbedrijf Flexpak, zonder meer folie die uit één soort kunststof bestaat.

Productafhankelijk

Van Baardwijk vertelt dat de Opackgroup diverse varianten produceert van mono-PE folie met barrièrefuncties. “Welke folie voor een bepaalde toepassing geschikt is, hangt helemaal af van het product, van de machines waarop de klant ze verwerkt en van de benodigde houdbaarheid van het product. Een mono-PE folie kan bijvoorbeeld prima een PET/PE-folie vervangen voor stand-up pouches. We hebben daarnaast meerdere andere mono-PE met barrières ontwikkeld voor toepassingen voor sachets voor sauzen, voor granen en voor diverse convenience food producten.”

“Het grote nadeel van een PET/PE en OPP/PE -laminaat is dat het niet te recycleren was. Nadeel van het vervangen van PET/PE en OPP/PE door een mono-PE is aan de andere kant dat het prijsverhogend werkt, want PET en OPP zijn relatief goedkoop. En daarnaast heel robuust en gemakkelijk te verwerken op de verpakkingslijn omdat het een brede range aan temperaturen kan absorberen, zonder schadelijke gevolgen. Door de verdere ontwikkeling van de mono-PE laminaten zullen de mechanische eigenschappen verder verbeteren. En door de schaalvergroting en de toegenomen vraag zal het prijsverschil in de toekomst kleiner worden. Niet te recyclen verpakkingen zullen uitgefaseerd worden en door de verwijderingsbijdrage hoger belast worden, waardoor deze nieuwe verpakkingen de toekomst hebben.”

De ontwikkeling richting monofolies is er pas sinds drie, vier jaar. “Ik zit al 20 jaar bij de Opackgroup, maar toen ik zes jaar geleden bij Flexpak binnenkwam, was er nog weinig tot geen sprake van. Op dat moment zijn we samen met onze klanten gaan kijken of hun machines daar wel geschikt voor waren. Vervolgens heeft de coronacrisis voor enige vertraging gezorgd, maar we zien nu dat het weer volop wordt opgepikt.”

In een driehoek

“Het ontwikkelen van nieuwe materialen gaat altijd in een driehoek met onze grondstofleveranciers en klanten”, zegt Van Baardwijk. “We krijgen daarin heel veel input. Doordat we veel testen, doen we ervaringen met nieuwe materialen op en kunnen we de kinderziektes eruit halen. Zo hadden we in een conceptfase mono-PE stand-up pouches die het niet goed deden bij valtesten. Door een verbeterde receptuur van de kunststof hebben we in samenspraak met de klant uiteindelijk een mono-PE kunnen ontwikkelen dat hier tegen bestand was. Het grote voordeel is dat we zelf alles in huis hebben, van zelf blazen tot bedrukken en lamineren. Telkens wordt EVOH als zuurstofbarrière gebruikt. In het verleden was dat nylon, maar daarmee is het laminaat niet recyclebaar.”

Of je alle barrière-eigenschappen in een mono­materiaal kan vangen, hangt ook af van de gewenste houdbaarheid. “Voor producten die een korte doorloop hebben, hoeft dat niet. Wel voor producten die eerst nog worden opgeslagen en pas na een half jaar verkocht worden. Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de houdbaarheid van producten in monomaterialen. In het Opackgroup Technology Center (OTC) kunnen we barrières van verschillende materialen onderzoeken want op dit moment weten we bijvoorbeeld nog niet wat de inhoud van het product voor effect heeft op een andere folie wanneer het een lange houdbaarheid heeft. Samen met geïnteresseerde marktpartijen voeren we deze onderzoeken uit voor specifieke data op basis van houdbaarheid.” De Opackgroup heeft al diverse laminaten van PET/PE/EVOH/PE omgeturnd in een monomateriaal van bijvoorbeeld sachets voor sausjes. “En inmiddels zijn we ook aan het testen voor afbakbrood.”

Bio en composteerbaar exit

Verpakkingen Mono-PE_foto Opackgroep_2

Een voorbeeld van een door Opackgroup geproduceerde mono-PE stazak met barrière-eigenschappen.

Van Baardwijk gelooft dat biobased en composteerbare folies op den duur uitgefaseerd gaan worden. “Composteerbare folies, die op een natuurlijke manier afbreken, hebben alleen zin voor landbouwproducten. Bijvoorbeeld over de groene asperges heen, waarbij je na de oogst de folie gewoon in het land kunt werken. Maar voor veel andere voedingsproducten hebben composteerbare verpakkingen helemaal geen zin. Het verstoort de recyclage en het zorgt ervoor dat consumenten de verpakkingen nog makkelijker weggooien.”
“Het nadeel van biobased kunststoffen aan de andere kant is dat ze in sommige gevallen ten koste gaan van de voedselvoorziening. Die voedingsproducten zullen we in de toekomst volop nodig hebben met het oog op de groeiende wereldbevolking. Al je de grondstoffen voor biokunststoffen uit bijvoorbeeld Brazilië haalt, is het de vraag hoe duurzaam dat is. We moeten gewoon veel meer gaan recyclen. Wat dat betreft verstoren composteerbare materialen ook nog eens de plastic recyclage en biokunststoffen de agf-inzameling. En leg een consument maar eens uit wat het verschil is tussen een biobased en composteerbare verpakking. Dat is niet te doen.”

Supermarkt versus visspecialist

Volgens Siegfried Hof, productmanager retailverpakkingen bij Opackgroup, is de trend naar mono-PE bij voorverpakte vis in de supermarkt, maar ook voor vlees, kaas en agf in veel gevallen toepasbaar. “Ze kennen allemaal de standaard verpakkingswijze via een dieptrekmachine, een flowpacker of schalensluit­machine. “Daarbij pas je het exacte type folie aan het product aan. Door gewijzigd consumentengedrag stelt de supermarkt de monomateriaal-eis ook steeds vaker aan haar leveranciers, de verpakkers van die producten.”
Daarnaast wordt veel vis – vooral in de supermarkt – in diepvries verkocht, constateert Hof. “Daar kun je voor sommige producten prima een monomateriaal gebruiken, zoals voor kabeljauwfilet en inktvisringen. Voor in het koelvers schap zie je veel vacuümverpakkingen, gerookte zalm en gerookte paling bijvoorbeeld. En die zouden ook prima in een folie zonder nylon verpakt kunnen worden. Voor mosselen kan dat echter absoluut niet, want als een mossel opengaat in de verpakking dan is hij vlijmscherp en dus moet de folie een extreem goede doorprikweerstand hebben.”

Tenslotte zijn er de visproducten die in een bakje of tray met bovenfolie en begassing worden verkocht in het koelvers schap. Ook hier zijn mogelijkheden richting mono denkbaar, schetst Hof. “Voor garnalen in een bakje kun je prima van een APET/PE met een bovenfolie van PETP/PE/EVOH/PE naar een totale PET-constructie. Of er wordt alvast een begin gemaakt door de PET van de bovenfolie te vervangen door een OPE. In het eerste geval is zowel het bakje als de bovenfolie op monomateriaal en in het tweede geval in elk geval de bovenfolie. Naast een PET-constructie zou een volledige PP-constructie ook een optie zijn, maar dat gaat dan weer ten koste van de doorzichtbaarheid.”

Voor de visspeciaalzaak of ambulante handelaar is het een heel ander verhaal, constateert Hof. “Daar is men op dit moment nog niet gedwongen iets te doen op het gebied van het verduurzamen van verpakkingen. Nog niet, maar dat kan ook snel gaan door veranderende en strengere regelgeving. Die vis wordt nu nog standaard verkocht in papier met een kunststof (wax)coating of in polyesterbakjes met deksel. Wil je hier naar een echt monomateriaal, dan moeten wij terug naar papier in de vorm van bijvoorbeeld de krant. Maar dat wil de consument niet, want dan blijft een verpakking niet droog. En een voorverpakte vis in een mono-folie wil een klant ook niet bij een speciaalzaak. De noodzaak om over te stappen voelt een visretailer ook niet, want zoveel verpakkingen als in de supermarkt zie je niet bij hem.”

“Als het gaat om duurzaamheid moeten we ook niet vergeten dat de verpakking louter functioneel is”, stelt Hof. “Voedselverspilling levert nog veel meer milieubelasting op dan verpakkingen. Bovendien gaat het in het geval van vis om relatief dure producten.” 

Essentiële eisen

Los van de exacte samenstelling moeten alle (voedingsmiddelen)verpakkingen die op de markt worden gebracht, voldoen aan zogenoemde essentiële eisen. Dit zijn eisen aan verpakkingen die voortkomen uit de Europese Richtlijn Verpakkingen en sinds 2006 opgenomen in het Besluit Verpakkingen. De Inspectie Leefomgeving en Transport handhaaft hierop.

De essentiële eisen vragen van de producent om een proces in te richten dat er continu voor zorgt dat de gebruikte verpakking de meest optimale is voor het milieu. Daarbij gelden een aantal regels. Op het gebied van productie en samenstelling moet het gewicht en volume zo klein mogelijk zijn, maar wel voldoen aan functie-eisen op het gebied van veiligheid, hygiëne en aanvaardbaarheid voor het verpakte product.

Een verpakking is geschikt voor hergebruik, recycling of terugwinning, waarbij het milieueffect minimaal is. De verpakking is te verbranden of te storten en bevat daarom geen schadelijke of gevaarlijke stoffen. Met het oog op hergebruik moet een verpakking eigenschappen hebben die dat mogelijk maken. Als de verpakking niet langer gebruikt wordt en dus afval is geworden, moet deze voldoen aan eisen voor terugwinning. Voor terugwinning van verpakkingsmateriaal moet een bepaald gewichtspercentage van het gebruikte verpakkingsmateriaal opnieuw gebruikt kunnen worden. Alternatieven zijn dat een verpakking bij verbranding energie oplevert of dusdanig gecomposteerd kan worden dat de overige composteringsactiviteit niet gehinderd wordt. Biologisch afbreekbaar verpakkingsafval moet zodanig fysisch, chemisch, thermisch of biologisch afbreekbaar zijn dat het grootste deel van de resulterende compost uiteindelijk uiteenvalt in kooldioxide, biomassa en water. Om aan de essentiële eisen te voldoen kan men zelf een proces inrichten of gebruik maken van de NEN norm ‘Verpakkingsspecifieke eisen voor fabricage en samenstelling – preventie door reductie aan de bron’ NEN-EN 13428.

Altijd op de hoogte blijven?