Lokale producenten ervaren steeds meer concurrentie van internationale visproducten op hun markt (foto: Biomarine.no)

De handel in aquacultuurproducten neemt toe. Wat houdt aquacultuur nu eigenlijk in, hoe zit dat met die regels en waar moet je op letten?

Op dit moment komt zo’n 50% van de wereldhandel in vis via de aquacultuur. Omdat er strenge richtlijnen bestaan voor het houden van dieren in het kader van dierziektes, dierenwelzijn en hygiëne betekent het ook dat er een hoop nieuwe regels bijkomen.

Aquacultuur in Nederland

Aquacultuur is het kweken van in water levende organismen zoals vissen, schaaldieren, schelpdieren en waterplanten. Dit kan zowel in zout als zoet water, in open zee (mosselen, zeewier en oesters) of bassins zoals tarbot en yellowtail kingfish (Seriola lalandi).

In Nederland zijn er op dit moment 180 aquacultuurdierbedrijven. Zij kweken mosselen en oesters of produceren aquacultuurdieren die vooral in eigen land en omringende landen worden afgezet. Bij de Nederlandse mossel­kweek in zee worden de mosselen opgekweekt in zogenoemde mosselpercelen. Hoewel het handelsverkeer erg internationaal is met veel niet-Westerse producten op de markt, is er tegelijkertijd een groeiende vraag naar producten die in de eigen streek worden gekweekt. Vooral in catering­bedrijven en restaurants wordt de afkomst uit de eigen streek of regio gebruikt om het product te positioneren.
De voordelen van aquacultuur zijn evident. Er is meer controle over de aanvoer, de producten zijn het hele jaar beschikbaar en zijn doorgaans van een constante maat, kwaliteit en smaak. Dit kan bij het aanbod vanuit de visserij sterk schommelen. Visproducten uit de aquacultuur kunnen daarom breder worden aangeboden tegen relatief lagere prijzen. Wat weer een positieve uitwerking heeft op de voedselbeschikbaarheid wereldwijd. Bijna alle vis die wordt geproduceerd in de aquacultuur is bestemd voor menselijke consumptie. Met name voor gekweekte zalm, tilapia, karper en meerval, maar ook voor garnalen en schelpdieren zie je een groeiende consumptie.

Toenemende vraag wereldwijd

Om de groeiende wereldbevolking te voeden neemt de vraag naar vis wereldwijd toe. Aquacultuur kan hierbij een goede bijdrage leveren. In 2020 bereikte de wereldwijde aquacultuurproductie een record van 122,6 miljoen ton (bron: FAO). De wereldwijde aquacultuurproductie groeide in bijna alle landen. Voor vis die in Europa wordt gekweekt en geïmporteerd, betekent dit ook dat alle Europese regels op het gebied van diergezondheid, dierenwelzijn, traceerbaarheid en hygiëne nageleefd moeten worden.

Tracking & Tracing

De toenemende handel in aquacultuurproducten leidt ertoe dat visketens langer en complexer worden. Dit maakt ook de traceerbaarheid een stuk ingewikkelder. Voor een adequate tracking & tracing is het zaak dat alle verplichte informatie op het etiket of handelsdocument staat met minimaal de handelsbenaming, de productiemethode en het vangstgebied.

Regelgeving

Bedrijven die aquacultuurdieren kweken en verwerken moeten een vergunning hebben met regels voor ziektebestrijding, traceerbaarheid en hygiëne. De eisen hiervoor staan beschreven in de Europese Richtlijn 2006/88/EG. Voor zogenoemde put and take-visbedrijven (vijvers met recreatievisserij) is deze vergunning niet nodig. Zij moeten zich wel registreren bij de NVWA.

Bij aquacultuur is geen sprake van een natuurlijke situatie. Er worden veel meer dieren en planten gehouden op een kleiner oppervlak. Zo kunnen ziekteverwekkers zich snel verspreiden en een enorme impact hebben op de productie. Daarom moet een vergunninghoudend aquacultuurproductiebedrijf goede hygiënische methoden toepassen om de insleep en verspreiding van ziekten te voorkomen. Een bewakingsprogramma afgestemd op de eigen manier van werken en de risico’s voor de diergezondheid is nodig.

Om risico’s te voorkomen moeten dus voorzorgsmaatregelen worden getroffen, zoals antibioticagebruik of natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Keurmerkorganisaties kijken hiernaar. Voor het kweken van garnalen met ASC-keurmerk is het gebruik van antibiotica bijvoorbeeld niet toegestaan.

Controle op diergezondheid

In een register moeten alle verplaatsingen van aquacultuurdieren en de producten daarvan bijgehouden worden, zodanig dat het traceren is gewaarborgd. Zoals het sterftecijfer en de resultaten van de controles op diergezondheid.

Bovengenoemde eisen moeten in een kwaliteitssysteem worden uitgewerkt, vergelijkbaar met HACCP. Het kweken van aquacultuurdieren voor menselijke consumptie is een primaire productie die valt onder levensmiddelenhygiëne, zoals geregeld in Verordening (EG) nr. 852/2004. Deze verordening verplicht aquacultuurbedrijven te werken volgens een voedselveiligheidssysteem.

Dierenwelzijn is in Europa streng geregeld. Dieren krijgen steeds meer rechten. Onderzoeken naar het welzijn van vissen neemt ook fors toe. Daaruit komt naar voren dat vissen een bewustzijn en gevoel hebben. Dit is per vissoort verschillend. In Nederland hebben we de Wet Dieren die strengere normen kent (op het gebied van slachten) dan de Europese. Humaan slachten valt (nog) niet onder ASC of MSC. Let hier dus op bij de import.

Lange en korte keten

De toegenomen handel in visproducten zorgt voor een toenemende internationale handel en globalisering. Het gevolg is dat veel visketens langer en complexer zijn geworden. Vaak zie je dat productie, verwerking en verpakking in verschillende landen en soms werelddelen plaatsvindt. Dit maakt de tracering complex.
Een ander gevolg is dat lokale producenten in toenemende mate concurrentie ervaren van internationale visproducten op hun markt. Intussen neemt ook de vraag naar lokale producten toe. De voordelen van deze trend springen meteen in het oog. Lokale producten zorgen voor een lagere CO₂-uitstoot en voor minder verpakkingen. 

Yvon Bemelman

Yvon Bemelman is management consultant bij Condor¬Consultancy en werkt sinds 1995 als zelfstandigwerkend professional op het gebied van kwaliteitszorg(en), de Warenwet en Europese wetgeving (food).

Altijd op de hoogte blijven?