Foto's: Edwin Paree en Jildou Schotanus

De mosselkweek op zandbanken in de Oosterschelde heeft veel positieve effecten. Mosselkwekers kunnen hiermee aan de toegenomen vraag voldoen. Daarnaast kunnen de mosselbanken zandhonger tegengaan, als voedselvoorziening voor vogels en als schuil-en paaigebied voor Noordzeevis dienen. Dat blijkt uit onderzoek van Hogeschool Zeeland (HZ), University of Applied Sciences. Onderzoekster Jildou Schotanus vertelt.

Waaruit bestond de proef?
“Met collega’s van diverse partnerorganisaties is onderzocht of er methoden zijn om mosselbanken aan te leggen die zanderosie helpen tegengaan. Uit eerdere tests was gebleken dat mosselen snel wegspoelen door invloeden als sterke getijdenstromen en golfslag tijdens storm. Het verlies aan mosselzaad bleek te hoog om de banken robuuster te maken en ook voor de mosselkweek interessant te maken. Het was onze opdracht te onderzoeken of er innovatieve methoden zijn om mosselbanken aan te leggen die wel bestand zijn tegen natuurlijke invloeden.”

Wat was de aanleiding voor het onderzoek?
“De huidige kusterosie heeft grote gevolgen voor de veiligheid van Nederland en verarmt de ecologie in onze getijdengebieden, zoals in de Oosterschelde. Methodes die golfenergie en zandhonger dempen en zand en hard substraat zoals mosselen en oesters vasthouden, kunnen ervoor zorgen dat de Nederlandse kust de verwachte zeespiegelstijging beter kan handelen. Sinds de aanleg van de Deltawerken is het evenwicht tussen aangroei en afkalving van de intergetijdengebieden van de Oosterschelde uit balans. De stroming in de grote geulen heeft sindsdien minder kracht om sediment de platen en slikken op te transporteren terwijl de afbraak door golven tijdens storm niet is veranderd. Een doorlopende erosie is het resultaat. Zonder ingrijpen verdwijnt op de lange termijn het gehele overgangsgebied met zandbanken in de monding van de Oosterschelde onder de golven. De zeespiegelstijging versnelt de verdrinking. Dit proces staat bekend als zandhonger.”

Welke partijen waren betrokken?
“Onder meer Mosselkwekers Roem en de Ronde uit Yerseke, NZ University of Applied Sciences, Rijkswaterstaat, natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten en Wereldnatuurfonds en kennisinstellingen zoals NIOZ Wageningen Marine Research en Deltares.”

Verduurzamen

Onderzoek mosselbanken 2_foto: Edwin Paree en Jildou Schotanus

Jildou Schotanus (29) was tot voor kort verbonden aan de University of Applied Sciences van de Hogeschool Zeeland en werkt op dit moment als phd-student bij NIOZ Yerseke, waar ze verder werkt in een rol die moet bijdragen aan het verduurzamen van de mosselteelt.

Welk belang hadden de mosselkwekers?
“Schelpdierkwekers willen de productie van mossels en oesterbroed verhogen. De sector is een belangrijke economische drijver in de Zuidwestelijke Delta. De totale omzet van mosselen en oesters is ruim 100 miljoen euro per jaar. Doordat de vraag naar mosselen in het afzetgebied van de kwekers groter is dan de Nederlandse productie, vindt aanvoer vanuit het buitenland plaats om de markt te kunnen bedienen. De import bedraagt ongeveer de helft van de binnenlandse productie. Er zijn economische en ecologische nadelen verbonden aan deze import. Schelpdierkwekers benutten vooral de rustige delen van de Oosterschelde als locatie voor mossel- en oesterkweek. Dit is niet altijd het geval geweest. Voordat de mechanisatie van de visserij in de vorige eeuw intrad, werden de teelten vooral in het overgangsgebied tussen zee en binnenzee gerealiseerd. Momenteel zijn er alleen in de Zandkreek (beschut gebied) dergelijke commerciële mosselbanken. Rendementen zijn echter een stuk lager.”

Wat is de belangrijkste uitkomst van het onderzoek?
“Tijdens de eerste proefopstellingen bleek inderdaad dat mosselbroed te snel verloren gaat. Jonge mosselen krijgen geen gelegenheid zich aan de ondergrond te hechten of worden opgegeten door bijvoorbeeld vogels. We zijn in een vervolgtraject al snel gestart met het plaatsen van pyramidevormige hekwerkjes waar mosselen en ander harde elementen zoals schelen tegenaan kunnen spoelen en zich aan elkaar kunnen hechten. Zo ontstond langzaam een harde ondergrond waar mosselen zich wel aan kunnen hechten. Bij plaatsing van mosselen die zich kunnen hechten ontstaat na verloop van tijd een heuvelachtig (onderwater)landschap dat goed zichtbaar als de mosselbanken door getijdenwerking droogvallen. Deze door ons ontwikkelde methode lijkt te werken.”

Komen deze mosselbankmosselen beschikbaar voor consumptie?
“Het aanleggen en het onderhoud van pyramidevormige hekjes van ca. 25 cm hoog bleek veel werk en kostte veel tijd. Ook hadden we in de onderzoeksperiode last van schuimalg die mosselbroed doodde. Aan mosseloogst zijn we in deze onderzoekperiode helaas niet toegekomen. De onderzoeksresultaten bieden echter voldoende perspectief voor een proef op grotere schaal, voor een langduriger periode waarbij de inschatting is dat kansen op succesvolle mosseloogst toenemen. Mosselen zorgen op zandbanken voor minder zandhonger, waardoor er minder snel nieuw zand moet worden opgespoten om de voordelta te beschermen tegen erosie. Daarnaast krijgen mosselen die droog komen te liggen een sterkere schelp zodat ze als geheel meer kracht krijgen als golfbreker. De voorzichtige conclusie is dat deze methode bij het aanleggen van mosselbanken lijkt te werken; erosie wordt tegengegaan, plaatselijk neemt de biodiversiteit toe, vogels vinden nieuw voedsel en er lijken kansen voor mosseloogst. Of commerciële kweek en oogst van mosselen daadwerkelijk haalbaar is, zal moeten blijken aan een opgeschaald vervolgproject.”

Heeft deze methode invloed op de groei, smaak en opbrengst?
“Daar is in dit stadium nog niet veel over te zeggen.”

Altijd op de hoogte blijven?