Na hun Belgische avontuur zijn Mariëlle en Marijn Zuidweg net zo succesvol in Goes en omgeving (foto: Koos Groenewold).
Marijn en Mariëlle Zuidweg hebben tien jaar een goedlopende, exclusieve viswinkel in Knokke gehad, maar staan nu alweer zestien jaar met veel plezier op diverse plekken rondom Goes met hun ambulante handel. Daardoor kunnen ze de situatie in beide landen goed met elkaar vergelijken. Waar in Knokke de exclusieve vissoorten de boventoon voerden, zijn het in Nederland vooral de bekende haring en kibbeling waar de klanten voor komen. Het ondernemersplezier is er niet minder om.
Marijn Zuidweg (52) werkt al zijn hele leven in de vis. Hij startte op zijn 17e bij een vishandel in Goes. Fris van school, maar vervolgens maakte hij zich het vak eigen, inclusief diploma van de Stichting Vakopleiding vis op Tholen. Zijn vrouw Mariëlle (48) wist hij in zijn enthousiasme mee te nemen voor een bijzonder avontuur. “Toen ik 21 was, wilde ik voor mezelf gaan beginnen. Samen met mijn huidige vrouw die toen net 18 was en net van de modevakschool kwam.” Het werd meteen België. “Mijn vader wist een volledig uitgewoond pand net over de grens tussen Sluis en Knokke, maar op het grondgebied van Knokke. Het was een oud tramstation, dat we helemaal vanaf de grond hebben verbouwd. Het was een flinke investering en alles of niets.”
Het werd gelukkig voor de Zuidwegs alles. “Belgen zijn echte viseters. We verkochten heel veel schelp- en schaaldieren en andere vissoorten die in Nederland nauwelijks aftrek vinden in een winkel of ambulante handel. Zo verkochten we naast kreeften, ongepelde garnalen, oesters en gigantisch veel mosselen, producten als zeeduivel en rogvleugel. Dat was dagelijks zoveel dat het door een vrachtwagen uit Nederland werd gelost. Een paar verse vissoorten haalden we in Breskens, maar de schelp- en schaaldieren in Yerseke. We hadden er het publiek voor. De mensen kwamen tot uit Oostende en Brugge naar ons toe.”
Terug naar Nederland
Zuidweg zou het mooi vinden als hij ‘zijn handel’ op gegeven moment aan een jong en enthousiast stel zou kunnen verkopen (foto: Koos Groenewold).
Ondanks het geweldige succes besloten Marijn en Marielle het roer in 2000 toch om te gooien. “We kregen twee kinderen en we waren iedere week zeven dagen per week aan het werk. Dat was heel lastig met oppas en we hadden ook alle familie in Nederland. Uiteindelijk hebben we de zaak in België daarom verkocht.”
Toch duurde het nog vier jaar voordat Zuidweg met een ambulante vishandel op standplaatsen in en om Goes begon. “Ik ben eerst met mijn vader in de makelaardij gegaan. Dat ging best goed, maar het was mijn ding niet. Het was zo anders. Ik miste de actie en was niet erg happy. Daarom zijn we nog een keer helemaal op nul begonnen, met een verkoopwagen, zestien jaar geleden. We hebben gekeken welke plekken nog vrij waren en zijn gewoon begonnen.”
Zuidweg koos vanaf het begin af aan bewust voor standplaatsen. “Een markt werkt heel anders. Daar moet je veel meer volume verkopen. Dus moet je nog scherper inkopen en heb je een ander assortiment. Op een markt sta je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op dezelfde plek. We hebben nu op woensdag en donderdag een combidag: ’s ochtends in Goes en ’s middags in een dorp. Dat breekt de dag heel mooi.”
Schaal- en schelpdieren verkoopt Zuidweg niet meer, in tegenstelling tot in Knokke. “Daar had ik zowel verse als gekookte kreeft en oesters in het assortiment. Als mensen nu om oesters vragen, stuur ik ze door naar Yerseke. Daar kunnen ze ze vers uit de ‘oesterput’ halen.” Dit is de plek aan de zeekust waar oesters door vissers worden opgeslagen en waar het water door getij steeds wordt ververst. “In Nederland wordt kreeft ook gewaardeerd, maar die eet je hier in het restaurant. Een Belg kookt graag thuis. Zeker in het weekend waarin hij vrienden en familie uitnodigt.”
Haring en gebakken vis
De ambulante vishandel levert kwaliteit en service die de supermarkt niet kan leveren, aldus Marijn Zuidweg (foto: Koos Groenewold).
In Goes en omgeving zijn haring en gebakken vis de hardlopers geworden. “We verkopen verder schotels, roerbakgerechten, visbami, makreelfilet, salades en slaatjes, ook dat zijn hardlopers. Paling en garnalen zijn zo duur en daarom tegenwoordig meer service-producten. De Jumbo koopt groot in en bepaalt de voorwaarden. Maar de vakkennis en de service en daarmee de kwaliteit hebben ze niet. Gelukkig worden die door een groot publiek nog steeds gewaardeerd. Wij hebben voor corona allemaal spatschermen op de toonbank laten plaatsen. Het lijkt wel een postkantoor. Zo goed beschermd ben je in de supermarkt niet.”
De kwaliteit vertaalt zich bijvoorbeeld in een 9- voor de kibbeling in een provinciale test. “Smaken verschillen, maar we doen ons best”, relativeert Zuidweg als nuchtere Zeeuw dat cijfer. “Met verse olie, een goed beslag en goede bakapparatuur, met een dubbele oven van Smitto van beide 70 centimeter doorsnede.” De wagen is ook groot genoeg om de producten goed uit te kunnen stallen, concludeert Zuidweg. “Op een markt heb je een grotere wagen nodig.”
Haring en kibbeling maken 70 procent van de omzet van de Zeeuwse handelaar uit. “Het aandeel serviceproducten – schotels, salades en visbami – is weliswaar een stuk kleiner qua marktaanbod, maar je kunt je er wel mee onderscheiden. We maken het allemaal ambachtelijk en vers klaar en je kunt ook eens een keer wat anders maken. Maar groei zit daar niet meer in. Dat zag je nog wel tot een jaar of vier, vijf geleden, maar dat heeft zich inmiddels gestabiliseerd.”
Marijn en Mariëlle hebben een duidelijke rolverdeling. “Ik richt de wagen in en rijd naar de standplaats. Mijn vrouw doet eerst nog wat huishoudelijke taken en komt dan rechtstreeks naar de markt. Tussen half acht en acht uur. Daar begint ze direct met het bijmaken van de salades en binnen een half uur heeft ze de wagen weer vol. Het voordeel van een standplaats is ook dat het daar nooit zo vroeg begint te lopen als op een markt. Daar kun je de eerste klanten al om 7.00 uur verwachten, terwijl het op een standplaats pas vanaf 10.00 uur begint te lopen.”
In de etalage
Zuidweg heeft vanwege corona allemaal spatschermen laten plaatsen. Zuidweg lachend: “Het lijkt wel een postkantoor” (foto: Koos Groenewold)
Ondanks dat het een goede boterham oplevert en Zuidweg onverminderd passie heeft voor vis, staat Vishandel Marijn wel min of meer in de etalage. “Ik vind het nog steeds een machtig mooi vak, maar ik vind het ook wel leuk om nog een keer een nieuwe uitdaging aan te gaan. We hebben een succesverhaal gemaakt van Knokke en van de ambulante handel in Zeeland.” Als Zuidweg iets nieuws oppakt, wordt het wel in een heel andere branche. “Onze oudste zoon - Jarno 21 jaar - heeft sinds een jaar ook een zaak: in cardetailing oftewel de verfraaiing van auto’s. Het is eigenlijk de bedoeling dat we dat op termijn samen gaan doen.”
Daarnaast is er ook nog een minder prettige reden om de vishandel te zijner tijd van de hand te doen. “Mijn vrouw Mariëlle is 48 en heeft de laatste jaren gezondheids-klachten. Door artrose heeft ze vaak pijn in de gewrichten. Vooral in de winter en in de herfst, door een combinatie en kou en vocht. Ze heeft vier jaar geleden al het advies gekregen om te stoppen in deze branche, die wel heel ongunstig is voor haar gezondheid. Daarom hebben we ‘de handel’ in de etalage.”
Stoppen doet het echtpaar niet van vandaag op morgen. “Ik ga het ook niet zomaar weggeven. Een mogelijkheid is dat we het drie dagen blijven doen. Het zou leuk zijn als we het aan een jong stel kunnen verkopen. Er zit genoeg omzet in. Ik vind het jammer om het zo maar op te geven. Puur voor het ambacht en ook een klein beetje tegen het geweld van de supermarkt.”
Overzichtelijk
Vishandel Marijn is een overzichtelijke onderneming. “We doen alles met zijn tweeën. Alleen op zaterdag en in de vakanties hebben we hulp. En dat gaat goed.” Zelfs in het begin van de coronatijd. Toen draaide het zelfs beter., volgens het echtpaar Zuidweg. “Omdat de horeca gesloten was of omdat mensen huiverig waren om naar de horeca te gaan, kochten ze meer vis om lekker thuis klaar te maken.”